Wie schrijft die blijft. Er is toch iets van aan. Het hoeft zelfs geen wereldliteratuur te zijn.
Tot voor kort wist ik amper dat ik langs moeders zijde een overgrootvader had die op jonge leeftijd (48 jaar) gestorven is. Zijn vrouw Irma, dé marraine, daar had ik wel al veel verhalen over gehoord. Dat zou een felle madam geweest zijn, zo eentje die je nooit tegensprak. Maar die overgrootvader, daar wist ik eigenlijk niks van.
De opkuis van mijn bomma haar huis onthulde een hele reeks schatten. Bekende en onbekende pareltjes. Een aantal van die vergeten schatten vonden we terug in het bureau van mijn in 1984 overleden bompa, zoon van dé marraine en Jos, de onbekende overgrootvader (kan u nog volgen?).
Tussen honderden boeken en tientallen dozen dia’s, verdwaald onder een stapel vergeeld papier, lag een klein boekje, voor een derde gevuld met handgeschreven gedichten van die onbekende overgrootvader. Er staan aandoenlijk schone schrijfsels in. Ik geef er jullie eentje mee, het allereerste in het boekje, speciaal geschreven voor zijn vrouw Irma, mijn overgrootmoeder, dé marraine dus.
Irma Zoo hecht en trouw, met al haar kleine zorgen, Is zij om mij en om mijn kindren heen, Met blijden tred – zo nu als straks en morgen – Gaan wij door’t leven – hand in hand – met tween. Ze houdt met bei mijn jongens steeds verborgen Hoe zij me trouwig liefheeft als niet een, Ze wil met hen, me vreugd en vree bezorgen En leven – toegewijd – voor mij alleen. Als ik voor ’t eerst haar zacht tot mij zag komen, Dan heb ik haar aan d’hand en ’t hart genomen Haar innig zoenend, mond en oogen dicht. Dan voeld’ik mij haar hele leven geven, Dat leven heil’gen is mijn eenig streven Omdat in haar geluk, mijn leven ligt.Lap zeg, wat een romantische ziel, die overgrootvader van mij. We vonden ook een reisverslag van zijn hand, een soort dagboek van een tiendaags avontuur met de auto. Tijdens de zomer van 1934 trokken mijn overgrootouders, samen met vrienden, de wijde wereld in en hadden blijkbaar de tijd van hun leven. Ze tuften “door de Vogezen naar Zwitserland”. Het lezen van het verslag brengt de statige zwart-wit figuren met hun uitgestreken gezichten, stijf poserend voor de bijbehorende foto’s, tot leven. Plots zijn ze zo echt, zo dichtbij, blijken ze grappig, avontuurlijk en ondernemend te zijn. Ik voelde me eventjes een upgebeamde Scotty en zat op de achterbank van de Oldsmobile bij Irma en Jos.
Wauw zeg, dat zijn pas échte schatten. Prachtig gedicht trouwens. Vondsten om te koesteren!
LikeLike
@ Missfolies: Vind ik ook! Ik was onder de indruk toen ik het voor het eerst in mijn handen kreeg.
LikeLike
Goed toch dat ik een krak ben in het vinden van verborgen schatten! 😉 (Tot zo ver mijn reactie op verzoek!) 😉
LikeLike
@ Kleine zus: Flink, zo goed luisteren naar u grote zus 🙂
LikeLike
Dat zou ik nu ook wel heel erg leuk vinden. Zeker goed bewaren.
LikeLike
Sjonge, dat is wel erg zwaar de max!!
Zo cool!
LikeLike